Verplichte invoering werkkostenregeling (WKR) uitgesteld naar 1 januari 2015

23 september 2013

Het einde van de overgangsregeling met betrekking tot de zogeheten werkkostenregeling raakt in zicht. Laat deze overgang voor u zoveel mogelijk voordelig verlopen, zowel fiscaal als arbeidsrechtelijk.

Werkkostenregeling nog niet populair bij werkgevers

Uit een evaluatie van de zogeheten werkkostenregeling, dat per 1 januari 2015 verplicht wordt ingevoerd, maar dat al vanaf 2011 kon worden toegepast, volgt dat de regeling nog niet veel wordt toegepast. Werkgevers blijken vooral nog de oude regeling (overgangsregime) toe te willen passen. Slechts 20% paste de regeling al toe. De Staatssecretaris wil de regeling daarom ook eenvoudiger en aantrekkelijker maken. Tegelijkertijd moet er meer bedenktijd komen.

De meeste ondernemers beroepen zich meestal op de onbekendheid met de regeling, tevens ziet men op tegen de (incidentele) kosten gemoeid met de invoering ervan. De beoogde lastenverlichting ervaart de gemiddelde ondernemer met de WKR niet zo. De beleving of een verstrekking loon is of niet, wijkt af van de formele regelgeving. Mede daarom wordt er bijvoorbeeld aan gedacht aan te sluiten bij de noodzaak tot een verstrekking (van bijvoorbeeld een I-pad die op het werk vereist is). Thans werd meer aangesloten bij het werkplekcriterium.

Een van de grote voordelen van de WKR, is de zogeheten vrije ruimte van 1,4% van de loonsom (in 2014 1,6%) waardoor tot dat bedrag géén loonbelasting is verschuldigd. Boven dat bedrag is 80% eindheffing verschuldigd, met dien verstande dat ‘gerichte vrijstellingen’ en ‘nihilwaarderingen’ daarnaast kunnen worden benut, deze gaan niet ten koste van de zogeheten ‘vrije ruimte’. Circa 78% van de ondernemers zegt aan deze ‘vrije ruimte’ voldoende te hebben om zonder lastenverzwaring over te stappen op de WKR.

Blijven ondernemers daarentegen tot uiterlijk de datum van verplichte invoering van de WKR per 1 januari 2015 vaste kostenvergoedingen aan personeel uitbetalen, dan houdt dit wel een gevaar in, omdat de belastingdienst bewijs van de werkgever kan verlangen dat die kostenvergoedingen niet te hoog zijn, en dus gedeeltelijk loon vormen.

Reden genoeg om nog eens beter de werkkostenregeling onder de loep te nemen. Werkgevers kunnen calculerend omgaan met de werkkostenregeling, door met de werknemers andere afspraken te maken waardoor per saldo de werkgevers minder hoeven te betalen, maar de werknemers er netto niet op achteruit zullen gaan. Indien het arbeidscontract een wijzigingsbeding bevat, is het overigens gemakkelijker om in verband met de wetswijziging, tot aanpassing van de arbeidsvoorwaarden op het punt van vergoedingen en verstrekkingen over te gaan.

Calculerend en weloverwogen invoering van de WKR vergt goede fiscale en arbeidsrechtelijke begeleiding. Wacht hiermee niet te lang.